Afkortingen:

Geplaatst op
ACGZ Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg
ALS Advanced Life Support
BSL Basic Life Support. Basale hulpverlening om vitale functies van slachtoffers te bewaken en zonodig te ondersteunen.
CBRN Chemisch, Biologisch, Radiologisch, Nucleair
CBRN-team Een speciaal getraind ambulanceteam dat ingezet kan worden bij Chemische-, Biologische-, Radiologische of Nucleaire incidenten.
CMKA Centralist Meldkamer Ambulancezorg
CoPI Commando Plaats Incident
ECMO Extra Corporale Membraan Oxygenatie (een hart-longmachine)
ECPR Extracorporele CardioPulmonale Resuscitatie (Een klassieke reanimatie aangevuld met een ECMO)
GAGS Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen, een functie binnen de GGD en wordt ingezet tijdens inzetten waarbij (vermoedelijk) gevaarlijke stoffen betrokken zijn.
GGB Grootschalige Geneeskundige Bijstand. Een landelijk bijstandsmodel en wordt ingezet bij grote incidenten met veel slachtoffers, als aanvulling op de reguliere acute zorg. In dit model werken reguliere ambulancediensten en het Rode Kruis samen om gewonde slachtoffers bij een grootschalig incident zo spoedig mogelijk de benodigde behandeling te bieden.
GGD Gemeentelijke GezondheidsDienst /  Gemeenschappelijke Gezondheids Dienst
GHOR Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen
GRIP Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure



𝗚𝗥𝗜𝗣-𝟭:  Wanneer bij de bestrijding van een incident meerdere disciplines betrokken zijn en op de plaats van het incident een structurele coördinatie tussen de hulpverleningsdiensten nodig is, wordt het incident opgeschaald naar GRIP-1. Hiervoor wordt een Commando Plaats Incident (CoPI) ingericht. De werkzaamheden van het CoPI zijn gericht op de bestrijding van het incident in het brongebied.

𝗚𝗥𝗜𝗣-𝟮: Als de situatie omvangrijker is en er buiten de plaats van het incident ook maatregelen nodig zijn (het effectgebied*) bijvoorbeeld ten aanzien van een rookwolk, kan worden opgeschaald naar GRIP-2. Naast het CoPI wordt dan een operationeel team gevormd; meestal op regionaal niveau onder de noemer ROT (Regionaal Operationeel Team). Dit team biedt ondersteuning aan het CoPI.

𝗚𝗥𝗜𝗣-𝟯: Situaties waarbij er sprake is van (dreigende) maatschappelijke onrust, komen in aanmerking voor GRIP-3. In deze situaties komt de burgemeester in beeld. Hij laat zich ondersteunen door een gemeentelijk beleidsteam (GBT) met vertegenwoordigers van de belangrijkste betrokken organisaties.

𝗚𝗥𝗜𝗣-𝟰: Zodra het incident meer dan twee gemeenten bestrijkt, is er sprake van een incident van meer dan plaatselijke betekenis. In zo’n geval wordt er opgeschaald naar GRIP-4 en krijgt de voorzitter van de veiligheidsregio  de leiding en wordt er een regionaal beleidsteam (RBT) gevormd. Het RBT is het adviesteam van de voorzitter van de veiligheidsregio. De burgemeesters van de getroffen gemeenten, de hoofdofficier van justitie en de voorzitter van het waterschap zijn formeel lid van het RBT.

HKZ: HKZ-certificering: Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector
LOTUS: Landelijke Opleiding Tot Uitbeelding van Slachtoffers.  Bij oefeingen wordt vaak gebruik gemaakt van LOTUS-Slachtoffers, acteurs die de LOTUS-opleiding hebben gedaan en zodoende veel ziektebeelden en andere medische incidenten kunnen acteren.
MICU: Mobiele Intensive Care Unit – intensive care vervoer voor volwassenen.
MMT:  Mobiel Medisch Team
MRO: Multidisciplinaire Realistische Oefeningen
NHT:
NoodHulp Team, onderdeel van het model Grootschalige Geneeskundige Bijstand (GGB), het model voor opgeschaalde zorg in de Veiligheidsregio.
NICU: Neonatale Intensive Care Unit – intensive care vervoer voor premature en couveuse baby’s.
PAA:
Physician Assistant Ambulancezorg
PICU:
Pediatrische Intensive Care Unit – intensive care vervoer voor kinderen.
RAV: 
Regionale Ambulance Voorziening
UCMKA:  
Uitgiftecentralist Meldkamer Ambulancezorg
VSA:
Verpleegkundig Specialist Ambulancezorg